De Burn of Speyside is de nieuwe huiswhisky van Whiskycafé L&B, getapt uit het vat. Burn
of Speyside is a nice six years old vatting, Wie
kent niet het boek of de verfilming van Whisky Galore. Een schip loopt
in zwaar weer vast op de kust van een Schots eiland. Wanneer de
eilandbewoners er achter komen dat het schip tot aan de nok vol zit
met whisky besluiten ze het schip eigenhandig te lossen. Je
zou zeggen dat dit soort verhalen alleen in boeken of films gebeuren,
maar niets is minder waar. Al in de vroege geschiedenis van de firma
Van Wees, gedistilleerd specialist in Amersfoort, werd er een schip
met whisky aan boord van de bodem van de Nieuwe Waterweg in Rotterdam
gelicht. De lading werd aan Van Wees aangeboden en door hen op de
Nederlandse markt gebracht. Het bleken blended whisky’s te zijn die
bestemd waren voor de Amerikaanse markt. De kwaliteit was stukken
beter dan men in
Nederland gewend was, zodat de lading snel was verkocht. Onlangs
werd ik gebeld door Van Wees met de mededeling dat er weer een schip
gezonken was op de Nieuwe Waterweg in Rotterdam, met wederom whisky
aan boord en dat de firma de inhoud aangeboden had gekregen. Ik dacht
hier verder niet over na, maar toen ik het verhaal aan vrienden vertelde reageerden die
verbaasd. “Een schip gezonken in de Nieuwe Waterweg? Dat zou toch
minstens in de krant hebben moeten staan. Dat schip dat onlangs in de
Schelde zonk stond er toch ook in”. Dat klonk heel logisch, en dus
ging ik op onderzoek uit. Ik belde onder andere met het Gemeentelijk
Havenbedrijf Rotterdam, de Raad van de Scheepvaart en de Dienst Kring
Nieuwe Waterweg. Op de vraag: ‘komt het regelmatig voor dat er
schepen zinken op de Nieuwe Waterweg’ was het antwoord geen idee,
moet u elders vragen, of volmondig nee. Er is de laatste jaren geen
boot gezonken. Mijn vertrouwen in de firma Van Wees begon een beetje
te wankelen. Een gezonken schip vol met whisky, en dat de tweede in de
tijd van hen bestaan. Een sterk verhaal, dacht ik even. Totdat ik
iemand sprak die mij vertelde dat er eigenlijk nooit schepen echt
zinken op de Nieuwe Waterweg. “Wanneer een schip in moeilijkheden
verkeert en dreigt te zinken dan wordt ze onmiddellijk naar een talud
gesleept. Op dit talud, een ondiepte bij de wal, wordt het schip
provisorisch gedicht en naar een dok gesleept. Dus echt zinken doen ze
hier niet meer”. Met deze wetenschap belde ik Van Wees. Het
waargebeurde verhaal van de Western Trader. Het
gebeurde op 26 november 2002. Het was een aanvaring waar drie
zeeschepen bij betrokken waren. De 111 meter lange Hellenic Star liep,
vermoedelijk door de zuiging, uit haar roer en schampte daardoor de
achterkant van het containerschip West Express. Beide schepen voeren
richting zee. Door deze manoeuvre voer de Hellenic Star verder naar
bakboord, zodat de van zee komende Western Trader met haar 166 meter
niet meer te ontwijken was. De Hellenic Star, met 28.000 ton gasolie
aan boord, werd zwaar beschadigd aan de boeg. Ondanks de averij kon
het schip veilig weggesleept worden door de twee sleepboten VS
Rotterdam en de SD Jacoba van bergingsbedrijf Kotug. Door de aanvaring
werd de Western Trader beschadigd, een gat van 4 bij 9 meter aan de
bakboordzijde. Het schip maakte slagzij en werd in een razend tempo
naar een talud aan de kant van de Nieuwe Waterweg gesleept door drie
slepers van wederom Kotug. Deze slepers droegen de namen Stella,
Hamburg en de Jaco 4. Na deze actie werd de Western Trader op het
talud in positie gehouden door de sleepboten VS Rotterdam, VS Hamburg,
ZP Montelena, SD Jacoba, Stella en de sleepboot Vernebank van een
ander bergingsbedrijf, Smit. Later werd, met behulp van deze schepen
en de drijvende kraan Marcor 4, van Smit, de lading ter plekke
geborgen. Nadat de Western Trader leeg was heeft een drijvende bok de
Asian Hercules II, eveneens van Smit, het schip in positie gehouden
voor wat provisorische reparaties, waarna het naar een dok is gesleept. De
havendienst in Rotterdam kon mij verder vertellen dat de Western
Trader in ‘goed Nederlands’ een “Feder” wordt genoemd. Het
gaat hier om een klein containerschip dat van havenmond naar havenmond
vaart om daar steeds een aantal containers te laden en te lossen. De
Western Trader was op die reis uitgevaren van de Schotse plaats
Grangemouth, westelijk van Edinburgh. Ze was op weg naar de Waalhaven
in Rotterdam met een lading van onder andere aanstekers, koperchloride
en drie containers alcohol. Deze alcohol was verpakt in eikenhouten
vaten met als officiële eindbestemming Japan. Door het ongeval, en
doordat de eigenaars van de vaten alcohol geen interesse meer toonden,
kwam de lading bij de Firma van Wees in Amersfoort terecht. De
containers werden aan de hand van foto’s en omschrijving van de
inhoud aan Van Wees te koop aangeboden. Het zou om 144 vaten Schotse
malt whisky gaan met de namen Burnside en Wardhead, gestookt in 1996.
De namen Burnside en Wardhead kwamen de Van Weesen niet bekend voor,
maar door grondig onderzoek kwamen zij er achter dat Burnside een
vatted malt moest zijn van 99% Balvenie en 1% Glenfiddich en Wardhead
een mengsel van 99% Glenfiddich en 1% Balvenie. Het was nu duidelijk
waar de whisky geproduceerd was, namelijk bij de Firma William Grant
& Sons in Dufftown. De reden van het mengen van de verschillende
malts is dat een derde, bijvoorbeeld een onafhankelijke bottelaar, de
whisky nooit op de markt kan brengen als een single malt onder de naam
van de producerende distilleerderij. Zonder
het geproefd te hebben besloten ze tot kopen over te gaan en naar
Rotterdam af te reizen om hun koop te aanschouwen. “De containers
werden geopend en uit één ervan kwam een ongelooflijke alcoholwalm.
Het bleek dat een bourbon
barreltje van Burnside was stukgegaan en was leeggelopen. We hebben de
containers op een vrachtwagen gezet en naar
een loods in Amersfoort gebracht. Daar zijn ze met de hand gelost. Dat
lossen was nog een zware klus aangezien er
door de aanvaring flinke deuken in de containerwanden zaten. Over deze
deuken moesten wij die vaten rollen. Toen de vaten er eindelijk uit
waren hebben we ze allemaal met de bung, de stop, naar boven gerold en
die stop er uitgehaald met een soort kurkentrekker die we nog ergens
hadden liggen. Uit elk vat hebben we een monster gehaald en dat zijn
we gaan proeven. We besloten de refill bourbon en de refill sherry
vaten van Burnside apart bij elkaar te doen zodat we twee
whisky’s hadden. Beide dragen de naam ‘Burn of Speyside’, met
het onderschrift ‘Speyside Malt Whisky from refill Bourbon
barrels’ en ‘Speyside Malt Whisky from refill sherry hogsheads’.
De vaten met de naam Wardhead laten we nog liggen, we vonden dat dat
nog wel even kon”, aldus Van Wees. Zo
zie je maar weer dat het toch voor kan komen dat er schepen met whisky
aan boord op de Nieuwe Waterweg verongelukken. Ze zinken dan weliswaar
niet meer, maar misschien wordt dit verhaal van de moderne versie van
Whisky Galore ook nog eens verfilmd......... Robin
Brilleman |
|
Robin en
Léon op het Potstill Festival van Van Wees |
Van Wees presenteert de Burn of Speyside op het Potstill Festival te Leusden. |